Het verhaal: 'Iedereen kan een eenhoorn zijn' werd in alle kleuterklassen verteld. In het verhaal gaat Rosie aan de slag om haar eigen kleren te naaien. Alle kinderen kregen de kans om kleren te ontwerpen voor Rosie. Al het materiaal (wol, knopen, stof, plakfiguren, letters,...) lag op de trede en de kinderen mochten zelf alles creëren, fantaseren, versieren, .....
Tijdens de waarneming zagen de kleuters hoe een echte naaimachine werkte. De interesse was hierbij heel groot en wie dit wou, mocht zelf eens proberen naaien en de voetpedaal bedienen. De interesse bleef bij iedereen en daardoor werd er op 2 momenten genaaid. (Zie link hieronder.)
Schilderhoek: schilder een regenboog.
Handjeshoek: naaikaarten en tandenstokers prikken door de gaatjes van de knopen. (fijne motoriek)
De week erna oefenden we om veters te strikken.
De experimenteertafel was gevuld met confetti. De kinderen vulden 6 flesjes van leeg naar vol. (De begrippen 'leeg, halfvol en vol' werden vaak herhaald)
De praatmuur: 4 prenten zaten op de verkeerde plaats. De kleuters gingen op onderzoek om de 4 foute woorden en prenten te vinden.
Huishoek: de kinderen kunnen zich verkleden.
Confetti kleven en een clown tekenen.
In de eerste week werden verschillende spelletjes uitgelegd en gespeeld aan het digibord. Want de week erna kwamen dezelfde opdrachten aan bod in het werkboekje.
Opdracht 1: kleur hetzelfde vakje op dezelfde plaats in het rooster.
Opdracht 2: welke hoed heeft een punt bovenaan?
Opdracht 3: zoek wat samen hoort. (voor- en achterzijde)
Nu zijn de kinderen klaar om zelfstandig aan het werk te gaan .
Gesprek rond gevoelens bij carnaval.
Zoek de letters die verstopt zitten in de tekeningen.
Carnavalsweek
Krullenbol.
Deze week verwoordden en herhaalden we vaak de begrippen 'eerst, tweede, derde, ...middelste, voorlaatste en laatste'. Wie staat de tweede in de rij? Wie staat de voorlaatste?
Leg de praalwagen na.
We spelen voor het eerst 'Wie is het?' We stellen gerichte vragen. En denken daarna goed na welke clowns we wel of niet mogen weg nemen.
We genieten samen van carnaval!
We dansen voor één keertje op de tafels.